Misschien heb je vorige maand het nieuws gehoord dat atleet Michel Butter stopt met topsport. Na twintig jaar professioneel hardlopen vindt hij het op zijn 34ste welletjes geweest. ‘Het niveau sluit niet langer aan bij de ambitie’, verklaarde hij in een tweet. In januari loopt hij zijn laatste race, de halve marathon van Egmond.
Grappig: ik ben ook 34. Maar in tegenstelling tot Michel begin ik nu pas goed op stoom te komen. Vorig jaar liep ik mijn eerste marathon. Dit jaar verbeterde ik m’n persoonlijk record op de halve marathon en de vijf kilometer. Volgend jaar zal ik ongetwijfeld opnieuw pr’s crushen. Dat is het verschil tussen topsporters en (prestatiegerichte) recreanten: wij kunnen op een leeftijd waarop topsporters met pensioen gaan nog jaren vooruitgang boeken.
Pas op latere leeftijd beginnen met lange afstanden heeft zo zijn voordelen. Als recreatieve hardloper beginnen je prestaties op de marathon gemiddeld pas rond je 50ste te kelderen, terwijl de tijden van topatleten al rond hun 35ste achteruitgaan. Fysioloog Gerald Zavorsky van Georgia State University en zijn collega’s hebben dat een keer uitgerekend, zoals staat beschreven in mijn boek Alles wat je wilt weten over hardlopen.
In hun onderzoek namen ze de finishtijden onder de loep van marathonlopers die meededen aan de marathons van Boston, New York en Chicago van de jaren 2001 tot en met 2016.
De snelste hardlopers – dus de toppers die in de prijzen vallen – bleken op hun best als ze tussen de 25 en 34 jaar oud zijn. De vrouwelijke kampioenen waren gemiddeld bijna 31 jaar. De topmannen bereikten met 28 jaar iets eerder hun piek.
Naast dat piekmoment was er nog een ander verschil tussen de seksen: mannen gingen vanaf hun 35ste twee minuten langzamer lopen per jaar. Bij vrouwelijke atleten gingen de tijden sneller achteruit: zij leverden tweeënhalve minuut per jaar in.
Dan de recreanten. Voor recreatieve lopers was er geen man-vrouwverschil; vanaf hun vijftigste deden zij elk jaar gemiddeld zo’n 2 minuten en 45 seconden langer over een marathon. Dan lees je goed: pas vanaf hun vijftigste.
Kijk, je ontkomt er niet aan dat je lichaam barstjes gaat vertonen door ouderdom. De maximale zuurstofconsumptie neemt af en je verliest soepelheid doordat spieren en pezen minder elastisch worden. Waarom zijn recreanten dan zoveel ouder dan topatleten voor hun prestaties in elkaar zakken?
Het is simpel. Topsporters als Michel Butter, die als tiener al op de baan stonden, benutten op vroege leeftijd hun potentieel. Recreanten zijn vaak laatbloeiers die het hardlopen pas ontdekken als de lichamelijke aftakeling al gaande is. Hoe oud je ook bent, als je nog niet lang hardloopt kan je vooruitgang boeken en persoonlijke records neerzetten. Ook al was je fysiek gezien waarschijnlijk op je best tussen de 25 en 34 jaar.
Twijfel je of je op jouw leeftijd überhaupt nog aan marathons moet beginnen? Laat je dan inspireren door Fauja Singh, een Britse loper die op 89-jarige leeftijd zijn eerste marathon liep. In 2012 tikte hij de 101 jaar aan en deed hij mee aan de marathon van Londen. Hij kwam over de finish in 7.49.21, als enige marathonloper boven de honderd jaar ooit.
Credit afbeelding: Flickr.com via BU Interactive News, CC BY 2.0
Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Auteur, spreker, wetenschapsjournalist & hardloper
Mariska van Sprundel
Ik vertel verhalen over hardlopen en wetenschap. Dat doe ik met mijn boeken over hardlopen, schrijven van artikelen, en door inspirerende lezingen en interactieve workshop te geven over hardlopen. Met een achtergrond in biomedische wetenschappen en wetenschapscommunicatie debunk ik de mythes, en vertel ik het hele verhaal.