Toen ik na de marathon van Berlijn in het gras lag bij te komen had ik mijn trainer aan de lijn. Ik vertelde hem dat m’n benen vreselijk pijn deden. Dat ik gelijk maar twee paracetamol achterover had gekegeld. “Doe een beetje rustig met de pijnstillers!”, had hij gereageerd.
Zowel professionele als recreatieve sporters slikken vergeleken met niet-sporters vaak pijnstillers (zoals paracetamol) of ontstekingsremmers (zoals ibuprofen). Data van de FIFA World Cub liet bijvoorbeeld zien dat de helft van de professionele voetballers die tussen 2002 en 2014 meededen aan de Cubs ontstekingsremmers slikten. Een derde van alle spelers popte zelfs een pil voor de aanvang van élke wedstrijd.
Een zware training of wedstrijd komt met pijn, vermoeidheid en ontstekingsprocessen. Moet je dat wel zo snel mogelijk proberen weg te vagen?
Rem op adaptatie
Door urenlang of op hoog tempo hard te lopen ontstaan er minuscule scheurtjes in de spiervezels. Dat zorgt lokaal voor een ontstekingsreactie. Er komt wat zwelling bij en dat ga je voelen. Voilà, spierpijn. Op de korte termijn verlichten pijnstillers de pijn en eventuele zwelling, dat is waarom ik ze zelf slikte na mijn marathon.
Maar op de langere termijn werkt het mogelijk de adaptatie tegen. Dat schreef de Zweedse onderzoeker Tommy Lundberg in 2018 in een review over de implicaties van pijnstillers en ontstekingsremmers. Sommige topsporters gebruiken de medicatie routinematig om spierpijn en ontsteking als gevolg van de training te verminderen, als middel om sneller te herstellen, of om minder pijn te voelen tijdens inspanning. (Er zijn inderdaad aanwijzingen dat fietsers op een maximale inspanningstest beter presteren op paracetamol, mogelijk door een verlaagde pijngrens.)
Regelmatig paracetamol of ibuprofen gebruiken rond de training is waarschijnlijk geen goed idee. De ontstekingen die intensief sporten veroorzaakt, zijn namelijk een essentieel onderdeel van het herstelproces. Ze zijn een signaal voor het lichaam om onder andere de aanmaak van nieuwe spiereiwitten in gang te zetten. Eigenlijk is dat het hele punt van trainen: je beschadigt je lijf een beetje, zodat het zichzelf daarna kan repareren om sterker terug te komen. Die ontsteking wil je dus helemaal niet onderdrukken, zeggen experts steeds vaker.
Laat de spier zijn gang gaan
Onderdruk je die ontstekingsprocessen wel, dan voelt je lichaam de stress van een zware training waarschijnlijk minder. Op de langere termijn kan dat de adaptatie vertragen. In theorie kan het betekenen dat je na een trainingsperiode minder winst boekt aan spierkracht of uithoudingsvermogen. Niet gevaarlijk, wel zonde! Dit is de reden waarom topatleten wordt geadviseerd voorzichtig te zijn met routinematig gebruik van ontstekingsremmers. Om maximaal voordeel te halen uit een fikse trainingsperiode, laat je de natuurlijke processen in de spier beter gewoon hun gang gaan.
In het licht van de huidige kennis, denk ik dat het niet zoveel kwaad kan als je na de marathon een pijnstiller slikt. In het ergste geval verlies je wat aan trainingsadapatie. Maar de wedstrijd waarvoor je die adaptatie zo hard nodig had, is dan al gestreden.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Auteur, spreker, wetenschapsjournalist & hardloper
Mariska van Sprundel
Ik vertel verhalen over hardlopen en wetenschap. Dat doe ik met mijn boeken over hardlopen, schrijven van artikelen, en door inspirerende lezingen en interactieve workshop te geven over hardlopen. Met een achtergrond in biomedische wetenschappen en wetenschapscommunicatie debunk ik de mythes, en vertel ik het hele verhaal.